De mythe van tantalus

Tantalus was koning van Lydië, had veel macht en was ook nog eens erg rijk. Hij was een zoon van Zeus. Daarom kreeg hij de eer om soms zelfs bij de goden aan tafel te mogen zitten. Als gast aan de tafel van Zeus mocht Tantalus dagelijks getuige zijn van de gesprekken van de goden. Maar Tantalus ging daar niet goed mee om. Hij verried geheimen van de goden aan de mensen; hij stal eten van de hemelse tafel en gaf dat aan de mensen. Op een dag nodigde hij de goden uit in zijn huis, slachtte zijn eigen zoon genaamd Pelops en gaf zijn zoon speciaal klaargemaakt aan hun te eten. Alleen Demeter, die door het verlangen om haar gestolen dochter weer te zien, had toen, in haar eigen gedachten verloren, gegeten. De andere goden hadden het echter wel door en wekten zijn zoon weer tot leven. Zijn schouder waar Demeter dus van gegeten had werd vervangen door een ivoren schouderbot. Zeus was zo boos dat hij Tantalus in de Tartarus gooide. Hij kreeg een hele erge straf. Hij moest midden in een vijver staan, en elke keer dat hij wat van het water wou drinken werd de hele fontein in één keer leeggezogen. Maar dat was niet alles, boven zijn hoofd hingen allemaal lekkere vruchten. Maar elke keer als hij er één wou plukken blies de wind de tak omhoog zodat hij er niet bij kon. Alsof enorme honger en dorst nog niet genoeg was hing recht boven zijn hoofd ook nog een erg groot rotsblok in de lucht dat voortdurend op hem dreigde neer te vallen en hem te verpletteren! Met een drievoudige kwelling kreeg hij dus het oneindige leven in de onderwereld.

Maak jouw eigen website met JouwWeb